3 Redenen om geen flessenwater te drinken (die je nog niet kende)

Reden nr. 1: Flessenwater wordt kraanwater

In de kern is water hoofdzakelijk gewoon water. Of het nu uit de kraan komt of uit een fles, het hoofdbestanddeel blijft water. De mythe van de superieure kwaliteit van flessenwater berust vaak op het mineraalgehalte, maar dit “verschil” wordt systematisch uitvergroot.

Het mineraalgehalte van water is variabel én minimaal: Zowel kraanwater (uit verschillende regio's) als flessenwater bevatten variërende hoeveelheden opgeloste mineralen, de zogenaamde “droogrest”. Dit gehalte kan een groot verschil vertonen, echter, al deze mineralen vertegenwoordigen slechts een fractie van de totale samenstelling. En wat meer is: (mineraal)water kan op zich eigenlijk nooit zorgen voor een voldoende inname van mineralen.

Bijvoorbeeld: Gemiddeld heb je ongeveer 350 mg magnesium per dag nodig. De hoeveelheid magnesium die je uit 100 ml flessenwater haalt, is bv slechts +/-1 mg. Je zou dus om aan 350mg te geraken 350 X 100 ml = 30 liter water moeten drinken (voor alle duidelijkheid: dat is géén goed idee) 

Het goede nieuws is, die 1 mg/100 ml verbleekt bij de 11 mg magnesium die je bijvoorbeeld in 100 g komkommer vindt, of bij de 135 mg die je in 100 g havermout vindt. De mineralen in water leveren dus nauwelijks een significante bijdrage aan je dagelijkse inname. (gelijkaardige berekeningen kan je maken voor andere mineralen in water zoals bv calcium)

(mineraal)water kan op zich eigenlijk nooit zorgen voor een voldoende inname van mineralen.

Waarover hebben we het eigenlijk? Wiskunde to the rescue!

En waarover praten we eigenlijk als we het hebben over “verschillen tussen soorten water”? 1 mg is ten opzichte van 1 liter 0,0001 %. Dus de “verschillen” waar de flessenwatermerken op focussen zijn eigenlijk minimaal. Het grootste verschil in mineraalgehalte tussen het “lichtste” flessenwater (Spa) en het “zwaarste” kraanwater is +/- 467 mg/liter, wat dus staat voor 0,05% van 1 liter. Om je een idee te geven van wat 0,05% is.. Dit is een raster van ongeveer 2000 vakjes, waarvan 1 vakje rood is. Dat is 0,05%. In dat ene vakje spelen zich alle “‘verschillen” tussen de verschillende soorten flessenwater en  kraanwater dus af.

1 mg is ten opzichte van 1 liter 0,0001 %. Dus de “verschillen” waar de flessenwatermerken op focussen zijn eigenlijk minimaal.

Kraanwater wordt bovendien minstens even streng gecontroleerd als flessenwater: Ondanks de marketing over 'zuiver' bronwater, staat kraanwater in België onder een zeer streng toezicht: Kraanwater wordt gecontroleerd op ongeveer 65 stoffen.

Voor water dat fundamenteel evenwaardig is en in sommige gevallen minder gecontroleerd wordt, betaal je tot 266 keer meer dan voor kraanwater. 

Volgende week: Reden nr. 2!

‍